Het was een kille, regenachtige dag in oktober. Emma haastte zich door de straten van Amsterdam, haar paraplu worstelend tegen de wind. Ze had een lange dag op het werk gehad en verlangde naar een warme kop thee. In de verte zag ze het uitnodigende licht van een klein caf茅. Zonder aarzelen rende ze naar binnen, opgelucht door de warmte en de geur van versgebakken taart.

Het caf茅 was knus en bijna leeg, op 茅茅n andere klant na. Een jonge man zat bij het raam, verdiept in een boek. Emma bestelde haar thee en vond een plekje in de hoek, waar ze haar natte jas ophing en haar tas neerzette. Ze haalde een boek uit haar tas, een roman die ze al maanden probeerde uit te lezen, maar haar gedachten bleven terugdwalen naar de man bij het raam.

Hij had een ontspannen uitstraling, met warrig donker haar en opvallend groene ogen die oplichtten wanneer hij glimlachte naar zijn boek. Toen hij opkeek, kruisten hun blikken elkaar. Emma voelde een warme gloed op haar wangen en glimlachte verlegen terug.

Na een tijdje stond de man op en liep naar de toonbank om nog een koffie te bestellen. Op de terugweg naar zijn tafel stopte hij bij Emma鈥檚 hoekje. “Goed boek,” zei hij met een vriendelijke glimlach, wijzend naar de roman in haar handen.

Emma keek naar de cover en lachte. “Ja, het is een van mijn favorieten. Ken je het?”

De man knikte. “Absoluut. Ik ben Mark, trouwens.”

“Emma,” antwoordde ze, haar hand uitsteken.

Ze praatten nog een tijdje, over boeken, de regen en alles daartussenin. Voor ze het wisten, was het caf茅 aan het sluiten en hadden ze uren doorgebracht in een gezellig gesprek. Mark vroeg of hij haar weer mocht zien, en met een fladderend hart stemde Emma toe.

Die onverwachte ontmoeting op een regenachtige dag bleek het begin te zijn van iets moois.

Lees deel 2 hier!