Emma zat aan haar bureau toen haar telefoon rinkelde. Het was haar baas met verrassend nieuws. “Emma, we hebben een geweldige kans voor je. Een positie in ons kantoor in Parijs. Wat denk je ervan?”
Emma’s hart maakte een sprongetje. Ze had altijd al in het buitenland willen werken, maar nu dacht ze meteen aan Mark. Die avond ontmoetten Emma en Mark elkaar in hun favoriete café. Emma nam een diepe ademteug en vertelde hem over het aanbod.
“Parijs?” Mark herhaalde, duidelijk verrast. “Dat is een geweldige kans, Emma.”
“Maar het betekent dat ik hier weg moet,” zei Emma zacht. “Ik weet niet wat dat voor ons betekent.”
Mark nam haar hand en probeerde te glimlachen. “Ik wil niet dat je deze kans misloopt, maar het idee om je te verliezen… dat is moeilijk.”
Emma zag de pijn in zijn ogen en voelde haar hart breken. “Mark, ik wil dit echt. Maar ik wil jou ook niet kwijt.”
Mark knikte, maar zijn ogen verraadden zijn werkelijke gevoelens. “We vinden wel een manier,” zei hij, zijn stem breekbaar. “Als je gelukkig bent, dan ben ik dat ook.”
De dagen erna brachten ze samen door, nadenkend over de mogelijkheden. Ze spraken over langeafstandrelaties, bezoekjes en hoe ze het zouden aanpakken. Maar elke keer als Emma over Parijs begon, zag ze een schaduw over Marks gezicht vallen.
Op een avond zaten ze samen bij de gracht, kijkend naar de sterren. “Ik kan niet geloven hoe snel alles verandert,” zei Emma.
Mark knikte, maar zei niets. Hij staarde naar het water, vermijdend haar blik.
“Mark, als je echt niet wilt dat ik ga, zeg het dan,” zei Emma zachtjes.
Mark haalde diep adem. “Ik wil niet dat je gaat, Emma. Ik wil je bij me houden. Maar ik wil ook niet degene zijn die je dromen in de weg staat.”
Emma voelde tranen opkomen. “Het maakt me verscheurd. Ik wil deze kans, maar ik wil jou ook niet verliezen.”
Mark trok haar dicht tegen zich aan. “Misschien is dit een kans voor ons beiden om te groeien, maar de gedachte aan jou in Parijs… het doet pijn.”
Ze keken elkaar aan, en zonder woorden wisten ze wat ze moesten doen. Ze zouden het proberen, maar de angst om elkaar te verliezen hing als een donkere wolk boven hen.
Een hartverscheurende beslissing
Op de dag van haar vertrek stond Mark bij het treinstation, met tranen in zijn ogen. “Ik zal je missen, Emma.”
Net toen Emma wilde reageren, werd Mark plotseling bleek en greep hij naar zijn borst. Hij zakte in elkaar op het perron.
“Mark!” riep Emma in paniek, terwijl ze op haar knieën viel naast hem. Omstanders snelden toe en iemand belde een ambulance.
In het ziekenhuis zat Emma naast Marks bed, haar handen trillend terwijl ze zijn hand vasthield. De arts kwam binnen met een ernstig gezicht. “Mark heeft een hartaanval gehad. We doen alles wat we kunnen, maar het is ernstig.”
Emma’s wereld stortte in. “Blijf vechten, Mark. Laat me niet achter,” fluisterde ze.
Uren leken voorbij te kruipen. Emma week niet van zijn zijde. Uiteindelijk opende Mark zijn ogen en keek zwakjes naar haar. “Emma,” zei hij met moeite, “ga naar Parijs. Leef je droom.”
Tranen rolden over Emma’s wangen. “Niet zonder jou. We doen dit samen.”
Mark glimlachte zwakjes. “Weet je nog, die regenachtige dag in dat café? Onze onverwachte ontmoeting? Het voelde alsof het lot ons samenbracht.”
Emma kneep zachtjes in zijn hand. “Ja, en het lot heeft ons niet voor niets samengebracht. Ik blijf hier bij jou. We vinden een manier om onze dromen samen waar te maken.”
Met hernieuwde vastberadenheid besloten ze hun toekomst samen tegemoet te gaan, wat er ook zou gebeuren.
Het universum had hun pad misschien veranderd, maar hun harten zouden altijd samen blijven.
Recente reacties